2019
Uit het gierzwaluwdagboek van Johan
Tinholt
Op 8 juni 2019 schrijft Johan dat er veel rumoer is in de kolonie, veel van zijn kasten worden regelmatig aangevlogen en er vinden veel gevechten plaats. Hij denkt dat er veel nieuwe vogels zijn omdat ze niet in één keer een kast naar binnen vliegen maar in de opening hangen en rondkijken.
Op 12 juni is het nog steeds onrustig maar alle 31 kasten zijn bezet, bij het aanvliegen is het onderscheid tussen ervaren en onervaren vogels goed te zien. In kast nummer 7 (met een camera) zijn op 9 juni jonkies uit het ei gekropen, wat zijn ze klein! Een dag later zijn de eischalen al weg.
Als nog 10 extra kasten opgehangen xouden worden, zouden die binnen korte tijd ook bezet zijn want er vliegen steeds zeker 10 zoekers rond. De gevechten zijn bijna voorbij en de rust keert terug. De jongen zullen wel van verschillende leeftijden worden want de start van het broeden wisselt sterk.
Naar aanleiding van een aantal meldingen over het vroege vertrek van gierzwaluwen, hier een aantal opmerkingen uit het dagboek van Johan Tinholt van 2019.
21 juli: ‘s avonds gedurende een uur en twintig minuten
vliegt er 84 x een gierzwaluw een nestkast in. Alle 31 nestkasten werden één of meer keren werden bezocht, dus van alle broedparen is er nog minstens 1 oudervogel aanwezig. Dit in tegenstelling tot meldingen dat de vogels al weg zouden zijn. Er vliegen die avond 8 jongen uit.
23 juli: het is geweldig druk bij de gierzwaluwen, er
vliegen er wel 50 boven het huis en even later weer
laag tussen de huizen door en langs de nestkasten met een grote groep, ’treintjes’.
24 juli: de groep gierzwaluwen is kleiner, nu een
aantal van ca. 30. In nestkast 7 (met camera) wordt maar door 1 ouder overnacht, gisteren waren er nog 2.
25 juli: nog 7 à 8 gierzwaluwen in de lucht over en verder is het heel erg stil. ’s Avonds 9 vogels die hun nestkast invliegen. De grote uittocht is blijkbaar gisteren begonnen.
Het broedseizoen is bijna voorbij. Meestal vertrekt zijn
kolonie in de 1e week van augustus, dat is dit jaar (25 juli) dus duidelijk eerder. Ook in 2018 was de vertrekdag eind juli, dus ook vroeger/eerder dan andere jaren. Mogelijk dat een warme en droge zomer (zowel 2018 als 2019) daar debet aan is. Normale Hollandse zomers geven toch meestal wel een week of 10 dagen van regen/nat/koud weer met een depressie. Tijdens zo’n depressie zullen de jongen minder voedsel krijgen, dus ook minder snel groeien.
Als het elke dag zonnig en droog is, kunnen de ouders elke dag veel vliegen en andere insecten vangen en voeren, dan groeien de jongen ook weer sneller.
14 augustus: nog 2 paartjes gierzwaluwen die nog jongen voeren. Het bedelen van de jongen is goed te horen.
17 augustus: nog steeds 2 paartjes actief. Er wordt
niet meer gespeeld in de lucht. Ze komen hoog uit de lucht vallen en vliegen met hoge snelheid de kast in.
22 augustus: In nestkast 13 zijn nog steeds 2 ouder-
vogels en 2 jongen aanwezig. De laatste ouder komt om 21.20 binnenvliegen, het is al bijna donker. Een dag later is er nog maar 1 ouder aanwezig, de andere ouder komt niet meer terug. Die dag zit ’s middags al een groot jong naar buiten te kijken, later op de dag bleek hij vertrokken.
Er moet dus best een groot leeftijdsverschil tussen beide jongen geweest zijn want het 2e jong vertrekt pas op 8 september. Op 22 augustus zijn dus 1 ouder en 1 jong vertrokken.
Vanaf 23 augustus komt steeds maar 1 ouder met voedsel binnenvliegen; ook nog maar 1 jong te horen (bedelend).
Vanaf 4 tot en met 7 september zit dit laatste jong continue naar buiten te kijken.
8 september: laatste jong uitgevlogen, einde broedseizoen.