Lezing alpengierzwaluwen door Wim Witvliet
Op 15 juni 2019 gaf Wim Witvliet in Het Groene Huis in
Amersfoort een lezing over alpengierzwaluwen. Hierbij
een kort verslag voor degenen die de lezing niet konden
bijwonen:
Anders dan in Nederland, komt de alpengierzwaluw in
Zwitserland als algemene broedvogel naast de gierzwaluw
veel voor. De alpengierzwaluw heeft een breedte van 56 tot
60 cm en weegt circa 100 gram. De alpengierzwaluw heeft
een opvallende witte buik en een grote witte keelvlek.
Een groot verschil met de gierzwaluw is de verblijfstijd in
de zomer: de gierzwaluw is hier ongeveer 3 maanden, de
alpengierzwaluw ongeveer 6 maanden.
De alpengierzwaluw is een koloniebroeder, ze kunnen
dus met z’n allen door hetzelfde invlieggat. In de ruim-
te daarachter verdelen ze zich over de nesten met een
“pikafstand” van ca. 30 cm. Alpengierzwaluwen worden
gemiddeld 5,5 jaar oud. Maar als we de hoge jeugdsterfte
weglaten, dan ziet het er heel anders uit;een broedvogel
kan namelijk 10-11 jaar oud worden.
Wim heeft zo’n 3.000 alpengierzwaluwen geringd, waarvan
90% nestlingen, waarvan er weer ca. 10% terugkomt om te
broeden op hun geboorteplaats. Omdat alle alpengierzwa-
luwen in zijn kolonie geringd zijn, heeft Wim een familiege-
schiedenis van de broedparen. Voor elke broedvogel heeft
hij een ’trouwboekje’ gemaakt, met daarin de partner(s), de
kinderen (ringnummer) en later ook de kleinkinderen, enz.
Ook waar ze woonden, d.w.z. het nestnummer, heeft hij
bijgehouden.

Alpengierzwaluwen in vlucht
Alpengierzwaluwen zijn nesttrouw: er zijn er die levenslang
(10 jaar) trouw blijven, maar er zijn ook vogels, die er een
potje van maken (meestal de jongeren). Wim heeft mee-
gemaakt dat het vrouwtje er na 3 jaar de brui aan gaf en
na 5 jaar toch weer enige jaren met de eerste man ge-
broed heeft. Gegevens van een nesttrouwe man: 11 jaar op
hetzelfde nest gebroed, met 3 verschillende vrouwtjes, na
elkaar. Totaal 33 eieren gelegd, waarvan er 23 uitgekomen
zijn en er 17 jongen uitvlogen. Van deze 17 zijn er 6 weer
één of meerdere jaren in de kolonie teruggekomen. Dat
betekent niet dat de rest omgekomen is, maar die hebben
bijvoorbeeld in een andere kolonie een plek gevonden.

Omdat beide geslachten broeden is onderzocht wie de
meeste tijd op het nest zit en wanneer. Met een speciale
camera die een heel zwak flitslicht afgeeft en met een gro-
ter diafragma werd elk uur gedurende een maand een foto
gemaakt. Resultaat: broedtijd vrouwtje 55% en broedtijd
mannetje 45%, waarbij het vrouwtje meestal de nacht-
dienst had. Dat betekent niet dat het mannetje in de nacht
’onderweg’ was. Ze zitten vaak naast elkaar op het nest,
waarbij het mannetje zijn vleugel over haar heen slaat.
De nesten worden elk jaar weer opnieuw gebruikt. Er wordt
alleen een nieuw zacht bedje en een nieuwe buitenrand
gemaakt. Zo vormen deze ’jaarringen’ elk jaar een ver-
hoging van het nest, wel tot 15 cm hoog. De nestkuil blijft
altijd 1,5 cm diep.
Er worden doorgaans 3 eieren gelegd, er wordt 19 dagen
gebroed en 7 tot 8 weken gevoerd. Dat is een lange tijd,
maar als de jonge vogels uitvliegen (vallen) kunnen ze
meteen vliegen, zelf eten zoeken en zelfs op eigen houtje
naar Afrika, Ghana of Nigeria vliegen.
Door het gebruik van geolocatoren, een beetje mi-
cro-elektronica en een horlogebatterij, samen 1,5 gram
zwaar, weten we veel over de trektijden, de route en het
winterverblijf. De trektocht naar het winterverblijf duurt
18-20 dagen. In het voorjaar, wanneer de hormonen be-
ginnen te kriebelen, doen ze er maar 9-11 dagen over om
terug te komen. Het kan ook zijn dat ze op grote hoogte de
wind mee hebben, en dat gaat natuurlijk sneller. Uit deze
metingen is ook gebleken dat alpengierzwaluwen in de
winter 200 dagen aan één stuk door, dag en nacht, in de
lucht blijven. Pas op hun broedplaats hebben ze weer vaste
grond onder hun voeten.
Wim draagt zijn enthousiasme over alpengierzwaluwen
over aan het brede publiek door middel van excursies, ar-
tikeltjes in lokale kranten en het voorlichten van de jeugd.
De ouders worden dan ook weer door het enthousiasme
van hun kinderen ’bewerkt’. Hier geldt: “Wat iemand niet
kent, kan hij ook niet beschermen!”