Onderzoek naar Gierzwaluwen

Gierzwaluwbescherming Nederland vindt het belangrijk om de actuele stand van zaken in (wetenschappelijk) onderzoek naar gierzwaluwen en hun ecologie te delen. Er wordt de laatste jaren bijvoorbeeld veel onderzoek gedaan met geolocators. Hierdoor komt nieuwe kennis beschikbaar over de leefwijze en de trek van gierzwaluwen. Op deze pagina en in het Gierzwaluw Bulletin publiceren we samenvattingen van en verwijzingen naar artikelen en onderzoeken over gierzwaluwen. De gepubliceerde standpunten komen niet noodzakelijkerwijs overeen met de standpunten van GBN. De resultaten van de onderzoeken zijn voor rekening van de onderzoekers, de conclusies uit de literatuur zijn voor rekening van de auteurs in kwestie. De redactie van het Gierzwaluw Bulletin is verantwoordelijk voor de samenvatting en/of de vertaling.

Zelf een interessant artikel of onderzoek gezien wat we hier of in het Gierzwaluw Bulletin kunnen vermelden? Tip svp de redactie!

2016: Over de jaarlijkse vlucht van de gierzwaluw gedurende 10 maanden van het jaar

Het zal jullie niet ontgaan zijn: in oktober en november 2016 stonden er plotseling veel berichten in de kranten over gierzwaluwen die 10 maanden per jaar in de lucht zijn. Aanleiding voor de berichten was dit artikel van Hedenström en anderen. De Volkskrant, NRC, Radio1, het AD en veel andere media pikten het onderzoek van op. Wat alle gierzwaluw-fans al vermoedden, werd in dit onderzoek bevestigd: gierzwaluwen zijn gedurende de 10 maanden dat ze niet broeden 99% van hun tijd in de lucht. Het onderzoek is gedaan met dataloggers op 19 gierzwaluwen die in Zweden broedden. De dataloggers legden vluchtsnelheid, vluchtactiviteit en geolocatie-info vast. De vliegactiviteit bleek gedurende de dag lager te liggen dan in de nacht. Dit wordt verklaard doordat gierzwaluwen overdag gebruik kunnen maken van thermiek. Hierdoor kunnen ze overdag langer zweven dan ’s nachts, wanneer er geen thermiek is. Uit het onderzoek blijkt ook dat de gierzwaluwen het hele jaar door ’s avonds hoog de lucht in vliegen om in de ochtendschemering weer naar beneden te komen. Dit gedrag was al waargenomen gedurende het broedseizoen, maar is nu ook aangetoond gedurende de rest van het jaar. De onderzoekers vonden een indicatie dat er verband is tussen de mate van (in)activiteit en rui: hoe meer een gierzwaluw aan het ruien is, hoe meer tijd de vogel inactief lijkt te zijn. Er is nog weinig bekend over de rui van gierzwaluwen. Het is interessant om dat aspect nog verder te onderzoeken. Klik hier voor een link naar het originele artikel (let op: dit is geen gratis publicatie).
Titel: Annual 10-Month Aerial Life Phase in the Common Swift Apus apus
Auteurs: Anders Hedenström, Gabriel Norevik, Kajsa Warfvinge, Arne Andersson, Johan Bäckman en Susanne Åkesson.
Bron: Current Biology (november 2016), p. 1-5. Link

2017:

Vlieggedrag van de gierzwaluw: aanpassing aan windsnelheid en verschillen tussen dag en nacht

Dit onderzoek naar de vliegsnelheid en –richting van gierzwaluwen in verschillende omstandigheden is vooral interessant omdat het licht werpt op de manier waarop gierzwaluwen zich overdag en ’s nachts oriënteren in het landschap. De onderzoekers hebben metingen verricht bij gierzwaluwen op drie momenten: tijdens de voorjaarsmigratie naar de broedgebieden (in dit geval Zuid-Zweden), de najaarsmigratie naar Afrika en tijdens ‘weersmigratie’ als de gierzwaluwen even een ongunstig weersysteem ontvluchtten. Ze vonden dat de gemiddelde vliegsnelheid tijdens de voorjaarsmigratie veel hoger lag dan bij de najaarsmigratie en bij het ontwijken van slecht weer. De gierzwaluwen willen in het voorjaar zo snel mogelijk richting hun broedgebieden. De onderzoekers zagen dat de gierzwaluwen overdag hun snelheid meer aanpassen aan tegenwind of rugwind. Oftewel, ze vliegen harder in één bepaalde richting. ’s Nachts doen ze dit minder, waarschijnlijk omdat ze dan minder visuele herkenningstekens zien in het landschap om op basis daarvan hun koers aan te passen aan de wind die ze ‘uit koers’ blaast. Dat zou betekenen dat gierzwaluwen hun magnetische kompasinfo combineren met kenmerken in het landschap om hun koers uit te zetten. Klik hier voor een link naar het originele artikel (let op: dit is geen gratis publicatie).
Titel: Adaptive airspeed adjustment and compensation for wind drift in the common swift: differences between day and night
Auteurs: Susanne Åkesson & Anders Hedenström
Bron: Animal Behaviour (2017, jaargang 127), p. 117-123